Geschiedenis van de osteopathie

De Amerikaanse arts dr. Andrew Taylor Still (1828-1917) is de grondlegger van de osteopathie. Naast zijn vak als klassiek geschoold arts had hij nog een grote passie; jagen. Zowel tijdens zijn werk als arts als bij het uitbenen van dieren interesseerde hij zich voor de anatomie. Alle verschillende structuren in het lichaam (botten, spieren, zenuwen, bloedvaten en organen met hun ophangsystemen) hebben een nauwe relatie met elkaar en oefenen invloed op elkaar uit.

Beweeglijkheid

Dr. Still kwam tot de conclusie dat alle lichaamsweefsels een zekere mate van beweging behoren te vertonen. En dat verlies van deze beweeglijkheid een nadelige invloed heeft op de gezondheid. De onderlinge samenhang van de verschillende structuren gaven hem een holistische kijk op het lichaam. Hij combineerde zijn medische kennis met zijn eigen, nieuwe inzichten. De oorzakelijke aanpak en denkwijze bleken erg succesvol. In 1892, op maar liefst 64-jarige leeftijd, richtte hij ‘The American School of Osteopathy' op.

Wettelijk erkende behandelwijze

In Amerika valt osteopathie binnen de reguliere geneeskunde en is het sinds 1966 een wettelijk erkende behandelwijze. Osteopaten werken daar in ziekenhuizen en andere gezondheidscentra.

In 1917 kwamen de eerste osteopaten naar Engeland en hierdoor kent Engeland ook een langere traditie van osteopathie.

Nederland

In Nederland is osteopathie nog jong en relatief onbekend. In 1986 is de Nederlandse Vereniging voor Osteopathie (NVO) opgericht. Osteopaten in Nederland hebben als vooropleiding geneeskunde, manuele therapie of fysiotherapie.

Op dit moment zijn ongeveer 500 osteopaten in Nederland werkzaam.